Christelijke spiritualiteit
Innerlijke beleving
Als kind kwam in in aanraking met een mystieke geloofsbeleving binnen de christelijke geloofsgemeenschap waar ik ben opgegroeid. Daardoor kon ik beelden van God verbinden aan mijn eigen ervaringen en innerlijke beleving. Gebed en verbondenheid met een overstijgende werkelijkheid zijn in mijn leven altijd een houvast gebleven. Het reikt naar een diepere betekenis van het leven. In de loop der jaren zijn vaststaande religieuze kaders gaan wankelen, maar is de kracht van de innerlijke ervaring gebleven en versterkt.
De naam van God
Een gesloten Gods- en mensbeeld heb ik losgelaten. Openheid en vrijheid van geloof en denken is voor mij belangrijk geworden, wel verbonden aan een overtuiging van een persoonlijke Schepper en God, die zich openbaart als JHWH. In deze oudtestamentische naam van God wordt mijns inziens alles gezegd wat belangrijk is in het contact tussen mens en God. De theoloog Miskotte schreef dat heel de bijbel en de (heils)geschiedenis kanttekening is bij deze naam, die vertaald kan worden als: ‘Ik zal bij je zijn, zoals ik bij je zal zijn’. Hierin is voor mij het mysterie van Zijn presentie in mensenlevens vervat. Het geeft de souvereiniteit aan van een God die zich niet vangen laat in dogma’s of kaders, maar de belofte zelf is: Degene die bij je zal zijn, ongeacht omstandigheden of levensbeschouwing of ontwikkeling. In de diepte van het bestaan, in de eenzaamheid van het leven en in de confrontatie met de eindigheid verbindt deze God zich aan de individuele mens op een onverwachte en unieke manier.
Agnus Deï
De God van de Bijbel is voor mij een God van bevrijding uit gevangenschappen en is een God van afstand en nabijheid. In het menselijk bestaan zit naast schoonheid en goedheid ook een blijvend tekort en een evident kwaad. In een mysterieuze weg is dit tekort en kwaad tot een apotheose gekomen in de dood en opstanding van Jezus. Het besef hiervan maakt wonderlijk genoeg mijn eigen falen draaglijk. Ik draag een innerlijk weten mee dat er een mij overstijgend geheim is, waarin mijn tekorten en het onvolkomene van deze mensheid is opgenomen en verzoend. ‘Agnus Deï, qui tollis peccata mundi’. Verzoening is voor mij de kern van mijn geloof. In mijn werk als mediator en geestelijk verzorger wil ik waar mogelijk een bijdrage leveren aan verzoening, herstel en verbondenheid. Van een mens met zichzelf, met anderen en met God. Soms is een gesprek daarbij behulpzaam, soms stille aandacht, soms een ritueel, soms een gebaar.
Nodig zijn
De liefde van de mens voor zichzelf heb ik toenemende mate leren waarderen en niet als egoïsme of onvermogen tot zelfverloochening leren zien. Wanneer een mens zichzelf aanvaardt zoals hij is, met mooie en minder mooie eigenschappen, komt hij het meest dicht bij de liefde van God. Een mens komt in de dienstbaarheid aan God, de ander en de wereld het meest dicht bij zijn roeping. Wanneer een mens leert en oefent om van betekenis te zijn voor een ander gaat hij een diepe zingeving ervaren. De Joodse godsdienstwetenschapper Abraham Joshua Heschel zegt dat het diepste geluk ligt in het besef nodig te zijn. Heschel verbindt dit aan God zelf: God heeft de méns nodig. Begeleiding bieden op de zoektocht van ieder mens om iets daarvan te ervaren zie ik als opdracht in mijn werk als mediator en geestelijk verzorger.
Als kind kwam in in aanraking met een mystieke geloofsbeleving binnen de christelijke geloofsgemeenschap waar ik ben opgegroeid. Daardoor kon ik beelden van God verbinden aan mijn eigen ervaringen en innerlijke beleving. Gebed en verbondenheid met een overstijgende werkelijkheid zijn in mijn leven altijd een houvast gebleven. Het reikt naar een diepere betekenis van het leven. In de loop der jaren zijn vaststaande religieuze kaders gaan wankelen, maar is de kracht van de innerlijke ervaring gebleven en versterkt.
De naam van God
Een gesloten Gods- en mensbeeld heb ik losgelaten. Openheid en vrijheid van geloof en denken is voor mij belangrijk geworden, wel verbonden aan een overtuiging van een persoonlijke Schepper en God, die zich openbaart als JHWH. In deze oudtestamentische naam van God wordt mijns inziens alles gezegd wat belangrijk is in het contact tussen mens en God. De theoloog Miskotte schreef dat heel de bijbel en de (heils)geschiedenis kanttekening is bij deze naam, die vertaald kan worden als: ‘Ik zal bij je zijn, zoals ik bij je zal zijn’. Hierin is voor mij het mysterie van Zijn presentie in mensenlevens vervat. Het geeft de souvereiniteit aan van een God die zich niet vangen laat in dogma’s of kaders, maar de belofte zelf is: Degene die bij je zal zijn, ongeacht omstandigheden of levensbeschouwing of ontwikkeling. In de diepte van het bestaan, in de eenzaamheid van het leven en in de confrontatie met de eindigheid verbindt deze God zich aan de individuele mens op een onverwachte en unieke manier.
Agnus Deï
De God van de Bijbel is voor mij een God van bevrijding uit gevangenschappen en is een God van afstand en nabijheid. In het menselijk bestaan zit naast schoonheid en goedheid ook een blijvend tekort en een evident kwaad. In een mysterieuze weg is dit tekort en kwaad tot een apotheose gekomen in de dood en opstanding van Jezus. Het besef hiervan maakt wonderlijk genoeg mijn eigen falen draaglijk. Ik draag een innerlijk weten mee dat er een mij overstijgend geheim is, waarin mijn tekorten en het onvolkomene van deze mensheid is opgenomen en verzoend. ‘Agnus Deï, qui tollis peccata mundi’. Verzoening is voor mij de kern van mijn geloof. In mijn werk als mediator en geestelijk verzorger wil ik waar mogelijk een bijdrage leveren aan verzoening, herstel en verbondenheid. Van een mens met zichzelf, met anderen en met God. Soms is een gesprek daarbij behulpzaam, soms stille aandacht, soms een ritueel, soms een gebaar.
Nodig zijn
De liefde van de mens voor zichzelf heb ik toenemende mate leren waarderen en niet als egoïsme of onvermogen tot zelfverloochening leren zien. Wanneer een mens zichzelf aanvaardt zoals hij is, met mooie en minder mooie eigenschappen, komt hij het meest dicht bij de liefde van God. Een mens komt in de dienstbaarheid aan God, de ander en de wereld het meest dicht bij zijn roeping. Wanneer een mens leert en oefent om van betekenis te zijn voor een ander gaat hij een diepe zingeving ervaren. De Joodse godsdienstwetenschapper Abraham Joshua Heschel zegt dat het diepste geluk ligt in het besef nodig te zijn. Heschel verbindt dit aan God zelf: God heeft de méns nodig. Begeleiding bieden op de zoektocht van ieder mens om iets daarvan te ervaren zie ik als opdracht in mijn werk als mediator en geestelijk verzorger.